Vitamines en mineralen zijn voor iedereen belangrijk. Ze zorgen ervoor dat ons lichaam goed functioneert. Maar als je zwanger wilt worden of zwanger bent, heeft je lichaam van sommige stoffen iets extra nodig. Met andere stoffen moet je juist oppassen.
Foliumzuur
Foliumzuur is een van de B-vitamines. Deze vitamine draagt bij tot de weefselgroei tijdens de zwangerschap bij je baby. Uit je dagelijkse voeding haal je niet voldoende foliumzuur. Daarom is het verstandig om dagelijks een supplement (400 µg per dag) te slikken zodra je stopt met je anticonceptie, tot en met de derde maand van je zwangerschap. Het duurt ongeveer vier weken voordat je lichaam voldoende foliumzuur heeft opgebouwd. Het is daarnaast goed om foliumzuurrijke voeding te eten, zoals volkorenbrood, sinaasappels, grapefruits, bramen, frambozen, avocado, groene bladgroenten, melk en yoghurt.
Vitamine D
Vitamine D draagt ertoe bij dat calcium goed uit voeding wordt opgenomen. Je maakt vitamine D zelf aan, onder invloed van zonlicht, in je huid en je haalt het uit voedingsmiddelen, zoals vette vis en halvarine. Maar tijdens je zwangerschap heb je meer vitamine D nodig dan je aanmaakt en binnenkrijgt. Daarom is het verstandig om tijdens je zwangerschap elke dag 20 µg vitamine D in te nemen.
Pas op met vitamine A
Een teveel aan vitamine A kan schadelijk zijn voor een ongeboren kindje. In lever en paté zit veel vitamine A. Het is daarom best om de consumptie van deze voedingsmiddelen te beperken. Vitamine A zit bovendien vaak in medicijnen, multivitamines en gezichtscrèmes. Kies liever voor producten zonder vitamine A.