BORSTVOEDING: zo zorg je voor een GOEDE START

Waarschijnlijk heb je tijdens je zwangerschap al nagedacht over het geven van borstvoeding. Nu je baby geboren is, kan het beginnen met borstvoeding toch even spannend zijn. Want hoe leg je op de juiste manier aan, hoe weet je of je kind genoeg binnenkrijgt en bij wie kun je terecht met vragen?

De eerste slokjes

Als je net bevallen bent, moet de borstvoeding op gang komen. De eerste slokjes die je kind gaat drinken noemen we colostrum. Deze melk is meestal geel van kleur, wat dikker en een beetje kleverig. Het zit tjokvol voedingsstoffen en energie. En dat is maar goed ook, want in het begin drinkt je baby nog maar hele kleine beetjes. Dat kan ook niet anders want het maagje van je baby is zo klein als een kers. Per keer past er dus maar een klein beetje melk in. Goed geregeld van Moeder natuur dat die kleine portie melk die je kindje drinkt vol voedingsstoffen en energie zit. Na een paar dagen verandert de kleur en samenstelling van je borstvoeding. Het past zich aan de behoefte van je baby aan.

Even wennen

Het is goed om binnen een uur na de bevalling je baby aan jouw borst te leggen om de borstvoeding op gang te brengen. Dan is de voedingsreflex van je baby namelijk heel sterk. Daarnaast moet je natuurlijk leren hoe je je kindje goed aanlegt. Maar dat is niet het enige dat meespeelt bij een goede start. Ook zelfvertrouwen en geduld spelen een rol. De eerste dagen na de geboorte komt de borstvoeding op gang. Dat is zowel voor jou als je baby even wennen. En het gaat vast ook niet meteen helemaal perfect. Dat hoeft ook niet. Geef jezelf en je baby de tijd om de techniek onder de knie te krijgen. De verloskundige of kraamverzorgende kan je hierbij helpen en tips geven. Voor je het weet hebben jij en je uk de smaak te pakken. Een paar dagen na de bevalling kun je last krijgen van stuwing: zware en gespannen borsten. Stuwing ontstaat doordat de doorbloeding van de borsten toeneemt en door de aanmaak van melk. Je leest er hier meer over.

Tips om goed te starten

  • Gun jezelf voldoende rust en tijd voor het geven van borstvoeding.
  • Zorg dat je lekker zit of ligt en dat je lichaam goed wordt ondersteund. Je kunt verschillende houdingen aannemen tijdens de borstvoeding. Probeer ook eens of een voedingskussen fijn is voor je. Het ondersteunt je rug en arm als je aan het voeden bent waardoor je waarschijnlijk relaxter kunt zitten.
  • Houd je baby dicht tegen je aan en hou het hoofdje, schouders en lijfje in één lijn.
  • Stimuleer de lippen en het neusje van je baby met je tepel. Je kind opent hierna vanzelf het mondje. En dan kom jij in actie: breng je baby naar de tepel (niet andersom!) zodat je kind een hap kan nemen. Breng liever niet je borst naar je baby, omdat je houding dan krampachtiger wordt en je minder relaxt zit of ligt.
  • Als het goed is heeft je baby niet alleen je tepel, maar ook een groot deel van de tepelhof in het mondje. Als je je baby goed hebt aangelegd, zie je alleen nog een stukje tepelhof boven je baby’s bovenlip.
  • Hoor je je kind slikken? Dat is een goed teken! En ook als de kaken bewegen drinkt je baby goed.
  • Je baby masseert met zijn tong en kaken als het ware de melkkanaaltjes in jouw borst leeg. Het is normaal dat je kind af en toe even een pauze neemt.
  • Bied eerst je ene borst aan en laat je baby drinken tot je kindje vanzelf loslaat. Kijk of je baby een boertje wil laten en bied daarna je andere borst nog even aan voor “het toetje”. Bij de daarop volgende voeding begin je met de borst waar je kind de vorige keer mee geëindigd is.

Drinkt mijn baby genoeg?

Hoeveel borstvoeding je geeft, weet je niet precies. Dit is ook geen probleem. Borstvoeding geven doe je volgens het principe van vraag en aanbod. Je voedt als je kind erom vraagt. De eerste weken leg je misschien wel 8 tot 12 keer per dag je baby aan je borst. Na een paar weken komt er bij de meeste baby’s vanzelf regelmaat in. De behoefte van je kind verandert voortdurend.
Wil je toch een beetje houvast, dan heb je misschien iets aan de volgende richtlijnen.

Je baby heeft waarschijnlijk genoeg gedronken als:

  • je baby de tepel vanzelf loslaat
  • je baby na een tijdje drinken in een voldane slaap valt
  • het zuigritme oppervlakkiger wordt
  • je borsten na het voeden soepel voelen
  • je baby 6 zware plasluiers per 24 uur heeft

Laat je kind de borst los, maar maakt het nog hapbewegingen of sabbelt je baby op de vuistjes? Probeer dan of je kindje nog iets wilt drinken. Als je baby dit vaker heeft en onrustiger is, bespreek dit dan met je kraamverzorgende of een lactatiekundige.

Heb je problemen of pijn bij het geven van borstvoeding? Neem dan contact op met je kraamverzorgende of een lactatiekundige.