Alles over de lichamelijke ontwikkeling van je peuter

Zelf op een stoel kunnen klimmen, een rechte lijn tekenen, op de teentjes staan, zelf een pamper uit proberen te doen; het heeft allemaal te maken met de lichamelijke ontwikkeling van je peuter. Wij geven je leuke tips mee om de lichamelijke ontwikkeling van jouw kindje te stimuleren.

Wist je dat over de lichamelijke ontwikkeling van je peuter

Grove en fijne motoriek

Gecoördineerd gebruik van armen en benen zorgt ervoor dat je kind kan gaan zitten, rollen, kruipen en lopen. Minstens even belangrijk is het gebruik van de kleine spiertjes in de handen, omdat ze je kind helpen bij het tandenpoetsen, eten en zichzelf aankleden. Zo kan je kindje steeds meer doen zonder jouw hulp! 

Een baby leert lopen

Van eerste stapjes naar echt lopen

Is je baby zo'n 9 maanden oud en probeert hij zich steeds vaker op te trekken? Dan heeft hij de eerste stap naar zelfstandig lopen gezet! Tussen de 12 en 15 maanden hebben de meeste kindjes het staan al onder de knie en zullen de eerste echte stapjes spoedig volgen. En hoewel in eerste instantie de tocht van de stoel naar de kast nog een heuse onderneming is, loopt je peuter voor je het weet razendsnel achter een bal aan. Je kunt je kind natuurlijk een handje helpen tijdens dit leerproces. 

 
1 stoel

Leg de speeltjes bijvoorbeeld eens niet op de grond, maar op de zetel of op de salontafel. Zo stimuleer je je kind om zichzelf op te trekken. 

steunen

Geef je kind de juiste ondersteuning bij het oefenen. Je ziet dat veel ouders hun kindje een handje geven, waardoor kindjes eigenlijk een beetje uit balans raken. Beter is het om de kleine bij de romp te ondersteunen. De voetjes blijven dan stevig op de grond in plaats van gekanteld, waardoor de botten en spieren sterker worden.

hurken

Moedig het hurken aan wanneer je kind zich vasthoudt aan de zetel. Dit doe je bijvoorbeeld door speeltjes aan de voeten te leggen, zodat ze steeds moeten bukken om ze op te rapen. 

buiten spelen

Stimuleer buiten rennen, klimmen en klauteren, maar blijf dan wel in de buurt.

trap

Oefen samen traplopen – meteen een leuk spelletje! En laat de kinderwagen vaker staan, zodat je kind zelf kan stappen. 

baby voeten

Leren lopen gaat het beste op blote voetjes. Door op blote voeten te lopen, worden de spiertjes en de pezen in de voet sterker. Ook kan de boog van de voet zich goed vormen. Daarnaast helpt het bij de ontwikkeling van een goede houding en 'positiezin': het vermogen van je kind om z'n eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen en te leren gebruiken. 

Schoenen

Pas wanneer je echt met je kind buiten gaat wandelen, moet je schoentjes aandoen. De voetjes moeten dan beschermd worden tegen koude en verwondingen. Ga je de eerste keer schoenen kopen, let er dan op dat je kiest voor een soepel model. Eigenlijk moeten de eerste schoentjes aanvoelen alsof je peuter helemaal geen schoenen draagt. Oefenen kan het kind per slot van rekening ook op blote voetjes of pantoffeltjes en hoe soepeler de schoen, hoe makkelijker je kind het voetje goed leert afwikkelen.

Balanceren en coördinatie

Controle hebben over je lichaam terwijl je een taak uitvoert, is iets wat alle kinderen moeten leren. Bedenk maar eens hoe het er tijdens het eten aan toe zou gaan als we niet op onze stoel kunnen blijven zitten. Gelukkig zijn er talloze spelletjes waarmee je dit met je kind kunt oefenen. Door te dansen bijvoorbeeld, of door samen aan yoga te doen. In de speeltuin kan je dan weer allerlei toestellen uitproberen. En natuurlijk laat je je kind zoveel mogelijk staand de kleren aan- en uittrekken.

Springen

Nog zo’n belangrijke vaardigheid voor een peuter: springen. En bovendien ook heel gezond! Want behalve meer lichaamscontrole, een verbeterde coördinatie en sterkere spieren, geeft springen het lichaam een goede work-out. Buitenshuis valt er extra veel te springen, van lage muurtjes, boomstammen of klimtoestellen, maar ook binnen kan je een springparadijs creëren met kussens en dekbedden.

Steppen en fietsen

Kan je kind al in balans blijven? Dan is een step kopen een goed idee, net zoals een loopfiets (vanaf 2 jaar). Met een loopfiets leert je peuter snel zijn evenwicht te bewaren en zowel afstand als snelheid beter in te schatten. Bovendien is een loopfiets een goede voorbereiding op een echte fiets met pedalen. En ook voor jou is het gezond, want je zult merken dat je af en toe een sprintje moet trekken om je speelvogel bij te houden! 

Twee handen

Peuters kunnen hun handjes vaak al heel precies gebruiken. Eten met een lepel bijvoorbeeld, een bladzijde omslaan of hun sokken uittrekken. Een echt handvoorkeur ontstaat ergens tussen twee en vier jaar, maar vaak zie je een kind ook dan nog eens wisselen van hand. De beste manier om je kind te stimuleren om beide handen te gebruiken, is eenvoudig: spelen! Door veel voor te tonen en spelletjes of activiteiten te kiezen waarbij twee handen nodig zijn (boetseren met klei, een autootje besturen, met Duplo spelen, koken enzovoort), leert je kind ze zowel samen als apart te gebruiken. 

Bekijk hier leuke en leerzame spelletjes die je samen met je peuter kunt doen: 

Zelf doen: aankleden

Hoe beter je peuter z’n motoriek onder controle krijgt, hoe meer hij zelf zal willen en kunnen doen. En dat is voor jou natuurlijk alleen maar leuker! Zelfredzaamheid vergroot het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen en als ouder kan je je kind hier goed bij helpen. Hoe? Zorg in eerste instantie voor losse kleding (misschien zelfs een maatje te groot) en dit zonder ingewikkelde sluitingen. Moedig het zelfstandig aankleden aan – ook het uitzoeken. En help indien nodig een handje door de broek, trui of het kleedje alvast met de goede kant naar boven op de grond te leggen. 

Zindelijkheid

Een echte mijlpaal in de ontwikkeling van je kind is zindelijk worden. Gedaan met verversen en gedaan met stapels pampers – dit is voor iedereen een echt hoera-momentje. Maar wanneer is je kind hier eigenlijk voor klaar? Voor de meeste kinderen is dat als ze tussen de twee en drie jaar oud zijn, maar sommige kinderen zijn er al veel eerder klaar voor. Meisjes zijn over het algemeen iets sneller dan jongens. Pas na 18 maanden krijgen de meeste kindjes genoeg controle over hun sluitspieren om hun urine en ontlasting op te kunnen houden. Dan begrijpen ze het verband tussen een beetje druk voelen en daadwerkelijk plassen of een grote boodschap doen. 

Zindelijkheidstraining 

Er zijn talloze manieren om je kindje te helpen bij het zindelijk worden. Sommige ouders kiezen voor het potje, andere ouders voor een wc-brilverkleiner. Sommige ouders gaan dan weer voor een schema met regelmatige plasmomenten, andere ouders trekken in de zomer gewoon de pamper uit en laten de natuur op zijn beloop. Welke methode je ook kiest, hou altijd in je achterhoofd dat ongelukjes er nu eenmaal bij horen! 

 

Signalen dat je kindje wellicht klaar is om zindelijk te worden:

  • Heeft interesse in de wc en in wat daar gebeurt
  • Maakt met gebaren en woordjes duidelijk dat de pamper vol is
  • De pamper blijft steeds langer droog en je kindje vindt een natte pamper vervelend
  • Laat aan de houding en uitdrukkingen duidelijk zien dat hij 'bezig' is
  • Vult de pamper op voorspelbare en regelmatige momenten

Een paar algemene tips die jou en je kindje kunnen helpen:

  • Begin pas wanneer je kindje echt interesse krijgt in het potje of de wc en er duidelijke signalen zijn dat het er klaar voor is (zie hierboven). Dwingen heeft echt geen zin.
  • Interesse kan je aanwakkeren door samen zindelijkheidsboekjes te lezen en je kind mee te nemen wanneer jij naar het toilet gaat. Vaak vinden ze het reuze-interessant en willen ze je al snel imiteren.
  • Begin altijd rond een rustige periode, dus niet rond de feestdagen of bij een verjaardag of een verhuis.
  • Geef uitleg en laat je kind zoveel mogelijk alles zelf doen. 
  • Neem je tijd voor de wc-momentjes en maak er gewoon iets gezelligs van. Wanneer de training je kindje duidelijk irriteert, is het beter om te stoppen en het later nog eens opnieuw te proberen.
  • Onthoud dat zindelijk worden, net zoals leren lopen, een proces van vallen en opstaan is. Word niet kwaad bij een natte broek, maar ververs gewoon die kleren. Leg wel even uit wat er is gebeurd en geef je kind een geruststellende, dikke knuffel.