1. Knuffelen

Veel met je kindje knuffelen is niet alleen goed voor de band tussen jullie, het is ook goed voor de weerstand! Door het lichaamscontact komt je kleine volop in aanraking met verschillende bacteriën die jij bij je draagt.

2. In de mond stoppen

Je kindje ontdekt de wereld door dingen aan te raken en - als het even kan – in de mond te stoppen. Een knuffel, speelgoed of zijn eigen vuistje. Zo komt je baby in contact met nieuwe stoffen en dit helpt zijn weerstand te ontwikkelen! Let er natuurlijk wel even op dat je kindje geen kleine of gevaarlijke dingen te pakken krijgt, zoals knikkers of insecten.

3. Kruipen

Voor je het weet, gaat je baby al kruipend op onderzoek uit. In zijn directe omgeving zijn nog veel nieuwe dingen te ontdekken. Heel goed, ook al is de vloer niet brandschoon! Zo kan zijn immuunsysteem leren dat huisstof onschuldig is.

4. Naar buiten

De frisse buitenlucht en zonlicht zijn gezond voor je kindje. Buiten maakt het lichaam namelijk vitamine D aan wanneer de zon schijnt, vooral in de lente en zomer. Dat is niet alleen belangrijk voor de opbouw van sterke botten. Vitamine D heeft ook een positieve invloed op het immuunsysteem van je kind.

Zorg daarom dat je kindje dagelijks minimaal een kwartier tot half uur buiten komt. Kleine kinderen vinden dit natuurlijk heerlijk en gaan lekker op avontuur uit. Geen probleem als je kindje een beetje vies wordt! Dit helpt zijn immuunsysteem de goede en slechte stoffen te leren herkennen en alleen bij slechte stoffen in actie te komen.

5. Spelen met andere kinderen

Buiten kan je kleine natuurlijk heerlijk spelen met andere kinderen. Kinderen trekken elkaar aan: ze vinden het leuk om naar elkaar te kijken en op een gegeven moment gaan ze zelfs samen spelen. Dit is niet alleen goed voor de ontwikkeling van je kind, maar ook voor zijn weerstand. Door het contact met andere kinderen komt hij ook in aanraking met nieuwe ziekteverwekkers.

Zie dit niet als een probleem: het biedt je kindje juist de mogelijkheid om een goede weerstand op te bouwen. Natuurlijk is het vervelend als je kindje verkouden wordt, of een paar dagen ziek of hangerig is. Maar denk eraan: na iedere doorgemaakte ziekte of verkoudheid is de weerstand weer wat sterker!

6. Dieren aaien

Niets is leuker voor je kleintje dan het knuffelen van een zacht diertje, zoals een poes, hond of konijn. Heel goed! Want zo leert het immuunsysteem weer andere nieuwe stoffen kennen. Blijf er natuurlijk wel altijd bij om in de gaten te houden dat het contact met dieren goed verloopt.

7. Vroeg op en op tijd naar bed

Goede slaapgewoonten helpen je kindje om zijn batterijen op te laden. Daarbij is het belangrijk dat je kleintje dagelijks op een vast tijdstip naar bed gaat.

8. Beweeg zo veel als kan

De verleiding is groot om je kindje lief en rustig te laten spelen of een filmpje te laten kijken. Maar vergeet niet dat bewegen goed is voor de gezondheid! Dus doe samen oefeningen, dans op leuke liedjes, speel verstoppertje in huis of in je tuin en ga als het even kan een wandelingetje maken. Zo komt je kleine meteen lekker buiten.

9. Borstvoeding

Baby’s worden in mama’s buik beschermd tegen invloeden van buitenaf. Na de geboorte ontwikkelt het immuunsysteem zich snel. Wanneer kindjes borstvoeding drinken, krijgen ze via hun moeder antistoffen binnen. Die helpen het nog prille immuunsysteem.

10. Volop kleur op het bord

Gevarieerde voeding is natuurlijk ook erg belangrijk. Zorg er vanaf 6 maanden voor dat je twee keer afwisselt van voedsel, bijvoorbeeld het afwisselen van groenten en fruit. Door te variëren in kleuren krijgt je kind veel verschillende vitamines binnen.

^{_{KOAG/KAG - nr. 379-0421-7763}}